Deze site is niet geschikt voor Internet Explorer 8 of lager. Upgrade of pas uw browser aan.

183% belastingheffing is ok?

Elk dag krijg ik recent gepubliceerde uitspraken van rechters in mijn mailbox. Vaak zie je aan de koptekst al dat de belastingplichtige een kansloze zaak had. Dit zijn de zaken die, zoals een hoogleraar van mij dit ooit noemde, door boze burgers zijn aangespannen. Belastingplichtigen die hun ongenoegen over het systeem willen uiten en hopen dat een rechter ze gelijk gaat geven.

Maar geregeld is het ook andersom en denk ik: “Hoe is het mogelijk dat de Belastingdienst hier gelijk heeft gekregen?” Recent was er weer zo’n uitspraak. De zaak ging over een belastingplichtige die vond dat de belastingheffing in box 3 te hoog was. Hij deed een beroep op het verbod op de zogenoemde individuele buitensporige last. Een regel die is afgeleid uit het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM).

De belastingplichtige beschikte over ruim € 435.000 aan spaartegoeden. Het rendement dat hij hiermee haalde bedroeg € 5.453. Zijn verschuldigde belasting bedroeg € 5.086. Dit is een belastingheffing van 93%. En als rekening wordt gehouden met de inflatie van het betreffende belastingjaar, dan bedroeg de heffing zelfs 183%. Rechtbank Gelderland oordeelde dat er ondanks deze extreem hoge belastingdruk geen individuele buitensporige last is. Er moet namelijk ook naar de inkomens- en vermogenspositie van de belastingplichtige worden gekeken; en die was (helaas) goed. Als je genoeg geld hebt, moet je blijkbaar niet zeuren.

Als ik zo’n uitspraak lees, dan gaan mijn gedachten terug naar de tijd dat ik bij mijn opa op schoot zat en weer een nieuwe levensles kreeg. Dit keer over het rechtssysteem dat we in Nederland hebben en hoe dat is gebaseerd op wat de Romeinen al bedacht hadden. Ook zij hadden belastingen nodig om voorzieningen voor de burgers te realiseren.

De Romeinen hadden op dit punt wel meer principes dan wij nu nog hebben. Ze belastten alleen de zogenoemde vruchten. Vaak was dit letterlijk door een deel van de opbrengst op te eisen. Ze waren zo slim om dus niet de stam te belasten die de vruchten voort bracht. Had je een jaar met een mindere oogst, dan hoefde je minder te betalen.

En juist hier gaat de wetgever de fout in. Je kunt niet ongestraft meer blijven heffen dan wat er aan rendement wordt gemaakt. Elke keer als je iets van de stam afhaalt, blijft er minder over om rendement mee te maken. Tot 2001 hadden we een systeem wat in de buurt kwam van een heffing op het werkelijke rendement. Rente en dividenden werden belast; vermogenswinsten echter niet.

In de drang om de uitvoeringskosten van de Belastingdienst naar beneden te brengen is gekozen voor het huidige systeem. Er is inmiddels een demping aangebracht in de vaststelling van het rendement waarvan de Belastingdienst uitgaat maar dit is nog lang niet afdoende en geldt vooral voor de kleinere vermogens. In deze tijd van automatisering moet het toch niet moeilijk zijn om het werkelijke rendement te belasten?

Mr. Jan van Neerbos RB
j.van.neerbos@verstegenaccountants.nl
Lees verder

Actualiteiten

Verstegen accountants en adviseurs houdt u graag op de hoogte van de laatste ontwikkelingen voor het MKB en de publieke sector.

© 2023 Verstegen accountants en belastingadviseurs B.V. (KvK. nr. 23047365).

Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de informatie die op deze site staat.

Direct meer weten? (078) 648 15 55 of info@verstegenaccountants.nl Legal & privacy |

Disclaimer | Cookiebeleid | Privacyverklaring

Concept en creatie: Only the Brave